Ademen is een autonoom proces waar geen bewuste aandacht voor nodig is. Echter, het is ook een autonome functie die direct beïnvloed kan worden. Een gecontroleerde ademhaling kan een toestand van rust en kalmte opwekken, mobiliserende energie vrijmaken en het vermogen om de aandacht en alertheid vergroten.
Omdat ademen, denken en voelen via het autonome zenuwstelsel met elkaar verweven is, hebben ademhalingsoefeningen een positief effect op het fysieke, emotionele en mentale welbevinden.
Alleen al het tellen van de ademhaling laat de sympathische toestand afnemen. Een langzame, gecontroleerde uitademing zorgt voor een actievere nieuwe vagus. Terwijl een snelle, krachtige, haastige inademing voor een activering van de sympathicus zorgt. Een in- en uitademing die even lang duren, zorgt voor een evenwicht tussen nieuw vagaal en sympathisch functioneren.
Een snelle neusinademing zorgt vooral voor een stijging van de sympathicus, een gecontroleerde langzame monduitademing zorgt voor een stijging van nieuw vagaal functioneren. Door gebruik te maken van je ademhaling en deze bewust te beïnvloeden, ben je in staat jezelf te reguleren en te schakelen binnen je autonome zenuwstelsel.
Allereest is het belangrijk om te voelen en te weten waar je binnen je autonome hiërarchie staat.
Autonome ademhalingskenmerken:
Nieuw vagaal | Vol, diep, gemakkelijk, gestaag, langzaam, kalmerend, vullend, gelijkmatig, vloeiend tussen borst en buik, gezond, steunend |
Sympathisch | Haastig, snel, kort, luid, geforceerd, onregelmatig, benauwd, verstikkend, vurig, hijgend, |
Oud vagaal | Oppervlakkig, stil, vlak, leeg, zwak, uitputtend, onbevredigend |
Waar sta jij nu, op dit moment?